Vergadering : Seniorenconvent, 20 april 2022 14:00:00

Aanleiding:
Op grond van artikel 18 lid 12 van het RvO wordt over de spreektijd voor de jaarstukken afgestemd met het seniorenconvent.

Bespreekpunten:
a) voor de oordeelsvormende bespreking geen spreektijd te hanteren

b)voor de besluitvorming in de Staten een spreektijd (gecombineerd eerste & tweede termijn) te hanteren van 5 minuten

-Integrale commissie: bij een integrale commissie kunnen maximum 30 Staten- en burgerleden deelnemen. Dit is conform RvO artikel 2.5 en conform de huidige samenstelling van Provinciale Staten en benoemde burgerleden: JA21 (3), VVD (3), PVV (2), GroenLinks (2), CDA (2), PvdA (2), ChristenUnie (2), SP (2), D66 (2), PvdD (2), SGP (2), Fractie van der Starre (1), DENK (2), FvD (1), GO (1), 50PLUS (1).

- Meerdere woordvoerders per fractie is toegestaan, op elkaar aansluitend in dezelfde termijn.

Aanleiding:
Op grond van artikel 18 lid 12 van het RvO wordt over de spreektijd voor de perspectiefnota  afgestemd met het seniorenconvent.

Bespreekpunten:
a) voor de oordeelsvormende bespreking geen spreektijd te hanteren

b) voor de besluitvorming in de Staten een spreektijd (gecombineerd eerste & tweede termijn) te hanteren van 10 minuten

-Integrale commissie: bij een integrale commissie kunnen maximum 30 Staten- en burgerleden deelnemen. Dit is conform RvO artikel 2.5 en conform de huidige samenstelling van Provinciale Staten en benoemde burgerleden: JA21 (3), VVD (3), PVV (2), GroenLinks (2), CDA (2), PvdA (2), ChristenUnie (2), SP (2), D66 (2), PvdD (2), SGP (2), Fractie van der Starre (1), DENK (2), FvD (1), GO (1), 50PLUS (1).

- Meerdere woordvoerders per fractie is toegestaan, op elkaar aansluitend in dezelfde termijn.

Aanleiding:
Het Seniorenconvent de gelegenheid te geven wensen te formuleren inzake de Statenverkiezingen van 15 maart 2023 teneinde vanaf heden met de voorbereidingen van de verkiezingen te kunnen beginnen.

Bespreekpunten:
1) Kennis te nemen van de evaluatie campagne 2019 (bijlage 1 #2429273 en bijlage 2 #2429274);

2) Kennis te nemen van de inrichting van het project Statenverkiezingen 2023 (bijlage 3 # 2921870)

-bestaande uit 9 deelprojecten- en aan te geven of dit naar uw mening volledig is;

2)  De statengriffier opdracht te verlenen tot het doen realiseren van het project Statenverkiezingen 2023, binnen de budgettaire kaders van de begroting 2022 en 2023 en gebruikmakend van een interne en externe projectleider statenverkiezingen;

3)Kennis te nemen van de ‘Evaluatie gezamenlijke IPO campagne (Bijlage 4 # 2429251);

4)Ten behoeve van een gezamenlijke campagne ter vergroting van de bekendheid met provincies een financiële bijdrage van 10.000 euro te leveren;

5)  Kennis te nemen van de concept opdracht aan de projectleiders (bijlage 6 #2923790) en aan te geven of u nog specifieke wensen heeft;

6) Aan te geven of u wenst over te gaan tot het instellen van een begeleidingswerkgroep Statenverkiezingen voor het deelproject ‘campagne’ (als politiek opdrachtgever) en zo ja, of u belangstelling heeft voor deelname;

Aanleiding:
Provinciale Staten hebben op 15 september 2021 twee moties aangenomen (bijlage 1 en 2) met daarin een opdracht aan

a) de procedurecommissie om te onderzoeken hoe de vergoeding aan burgerleden meer in lijn kan worden gebracht met de werkzaamheden en het belang/de waardering van burgerstatenleden;

b) de griffie om te onderzoeken wat de financiële consequenties zin van het werken met maximaal twee burgerleden per fractie.

Om aan beide opdrachten invulling te geven is, na een uitvraag bij meerdere partijen en een vergelijking van twee offertes, in de procedurecommissie van 6 december 2021 opdracht verstrekt aan Necker van Naem. Inmiddels heeft Necker van Naem een rapport opgeleverd (bijlage 3).

Bespreekpunten:
a) Kennis te nemen van het rapport “Inventarisatie uitbreiding inzet en waardering burgerstatenleden” door Necker van Naem zoals opgenomen in bijlage 1;

b)Kennis te nemen van de conclusies, te noemen:

a. Verhoging van de vergoeding voor burgerleden is niet toegestaan.

b. Kosten voor een burgerlid bedragen ongeveer € 4.630 per jaar.

c. De jaarlijkse extra last voor het toestaan van een tweede burgerlid bedraagt volgens Necker van Naem € 37.040 op basis van een realistisch scenario en € 111.120 op basis van een maximaal scenario.

c) Kennis te nemen van de mogelijkheid dat Burgerleden andere werkzaamheden (dan het bijwonen van commissies) voor de fractie kunnen uitvoeren waarvoor zij betaald in dienst kunnen worden genomen of een vrijwilligersvergoeding ontvangen.

d) Te bespreken in hoeverre het akkoord is politieke keuzes te vertalen naar een Statenvoorstel of dat het wenselijk om hiermee te wachten tot na de beeldvormende bespreking?

De politieke keuzes zijn:
a. In hoeverre is het wenselijk twee burgerleden per fractie toe te staan en artikel 5.5 van het Reglement van Orde Provinciale Staten overeenkomstig aan te passen?

b. In hoeverre is het wenselijk om het vereiste te laten vervallen dat een burgerlid om de kieslijst van de betreffende partij heeft gestaan bij de laatste verkiezingen en artikel 10.1 van het Reglement van Orde Provinciale Staten overeenkomstig aan te passen?

c. In hoeverre is het wenselijk om:

i. Werkbezoeken; en

ii. Statenacademies;

als activiteiten gerelateerd aan de commissie aan te duiden en burgerleden overeenkomstig hiervoor een commissievergoeding (en reiskosten) uit te keren?

d. Vraagt een eventuele aanpassing van het Reglement van Orde Provinciale Staten om een tweede burgerlid toe te staan, een realistisch (€ 37.040) of een maximaal (€ 111.120) dekkingsvoorstel?

e. In hoeverre is het wenselijk de fractievergoeding te verhogen om werkgeverschap van fractiemedewerkers beter in te vullen?

f. In hoeverre is het wenselijk om kleinere fracties in verhouding een grotere fractievergoeding toe te kennen?

e) Bij de politieke keuzes uit sub d en volgende reflecties te betrekken:

a. Wat is de scheidslijn tussen representativiteit (de kiezer bepaald de kracht van vertegenwoordiging in de Staten) en de institutionele stevigheid (het belang dat Provinciale Staten een stevige positie inneemt voor haar rol in de Staten).

b. Hoe zet Provinciale Staten haar middelen in. Moet Provinciale Staten het goede voorbeeld geven en werken met haar huidige middelen? Of is juist de versterking van het orgaan opportuun en moeten Staten niet schromen om daarvoor middelen vrij te maken vanuit het Provinciale budget, vanuit het adagium “democratie mag wat kosten”?

Aanleiding:
De Metropoolregio Amsterdam (hierna: MRA), waar de provincie Flevoland aan deelneemt, heeft een nieuwe governance structuur.

Binnen deze nieuwe structuur, heeft het dagelijks bestuur het voornemen vaker in deelregio-verband op te trekken, ter voorbereiding op agendering en bespreking in de MRA.

De griffiers van de betrokken raden en Staten (Almere, Lelystad en Flevoland) wensen voor hun raden en Staten eenzelfde ambitie te formuleren. Om vanuit overzicht tot inzicht naar betrokkenheid en impact te komen is een voorstel opgesteld voor een gezamenlijke regioadviseur.

Daarnaast vinden diverse ontwikkelingen plaats op het gebied van de implementatie van de Regionale Energie Strategie (RES). De RES 1.0  is in uitvoering, de start naar de totstandkoming RES 2.0 wordt nu gemaakt en dient in juli 2023 door raden en staten te worden vastgesteld. Ontwikkelingen die betrokkenheid van raden, Staten en omgeving vragen.
Denk aan participatiemogelijkheden voor inwoners en belanghebbenden en het betrekken van raden en Staten met gezamenlijke bijeenkomsten bij de verdere totstandkoming van de RES 2.0.   Daarom zal de regioadviseur zich mede op richten op de RES.

Bespreekpunten
a) Over te gaan tot het werven van een gezamenlijke regioadviseur voor de raden en Staten van Almere, Lelystad en Flevoland, in eerste instantie voor de duur van één jaar, maar met mogelijkheid tot verlenging;

b) De personeelslasten gelijkelijk te verdelen over de budgetten van de drie griffies;

c) de regioadviseur vooralsnog in dienst te laten treden bij de griffie van Flevoland, teneinde optimale kennisoverdracht vanuit de senior statenadviseur belast met MRA te doen plaatsvinden;

d) deze functie vooralsnog voor 2022 incidenteel te financieren ten laste van het inhuurbudget van de Statengriffie;

e) na een jaar over te gaan tot een gezamenlijke evaluatie van de inzet van een regio-adviseur en vooruitlopend hierop in de perspectiefnota voor 2023 rekening te houden met deze regio-adviseur (formatieplaats).

Aanleiding:
De provincie Flevoland is lid van de Assembly of European Regions (AER).Eén van de activiteiten van de AER is het organiseren van een Summer Academy, die elk jaar in juli of augustus plaatsvindt.

Bespreekpunten:
Voorstel om voor wat betreft de Assembly of European Regions (AER) Summer Academy:

a) Niet deel te nemen aan het organisatiecomité in 2022;

b) Wel een statenvoorstel door de griffie en rapporteurs (dhr. Ismaili Alaoui en dhr. Beenen) te laten voorbereiden over deelname aan het evenement door statenleden, waarbij de aanbevelingen van de rapporteurs voor zover dat kan worden verwerkt;

c) Het statenvoorstel gelijk besluitvormend in te brengen in de Provinciale Statenvergadering van 30 mei.

d) Het advies van de rapporteurs (dhr. Ismaili Alaoui en dhr. Beenen en de twee statenleden van de Summer academy 2022) te verwerken in een statenvoorstel met een langetermijnvisie op de AER Summer academy die nog deze statenperiode aan de Staten wordt voorgelegd.